Strand
Op een strakblauwe dag
is mijn strand
geplaveid met honden
gekkend happen ze
naar schuim
maar hun geblaf
sterft een sissende dood
bij aanzwellende golven
zoute lucht prikkelt
mijn neusvleugels
spoelt al het kwade
uit mijn kop
opgeruimd
beklim ik basalt
op weg naar de pier
ga op in het koor
van schelpenzoekers
die hier mogen stranden